Communicatie met de trombosedienst
Wanneer moet u (direct) contact opnemen met uw trombosedienst?
Het is goed om u te realiseren dat een goede communicatie tussen u en uw trombosedienst een absolute voorwaarde is voor een veilige antistollingsbehandeling. Dat geldt als u ‘zelfmeter’ bent, en ook als u door uw trombosedienst wordt geprikt.
Waarom is communicatie zo belangrijk?
Uw trombosedienst houdt bij het doseren van uw tabletten rekening met uw gezondheidssituatie. Soms is die situatie zodanig dat het verstandig is om het aantal pillen dat u moet slikken (tijdelijk) aan te passen. Zo streeft men ernaar uw INR-waarde binnen het voor u gestelde INR-streefgebied te houden. Hierdoor wordt uw kans op trombose maar ook bloedingen zo klein mogelijk. Het is dus erg belangrijk dat u de medewerker van de trombosedienst vertelt over veranderingen in uw gezondheid.
Bijvoorbeeld als:
- u tijdens uw antistollingsbehandeling ziek wordt (daaronder vallen ook koorts, diarree, overgeven)
- u een operatie of ingreep moet ondergaan
- u andere of meer of minder medicijnen gaat gebruiken
- u de laatste tijd meer last heeft van blauwe plekken of bijvoorbeeld oogbloedingen
De trombosedienstmedewerker noteert deze informatie en geeft deze door aan de arts van uw trombosedienst. Hij of zij houdt met deze bijzonderheden rekening bij het geven of goedkeuren van een doseringsadvies. Doen zich tussen de controles door wijzigingen voor? Neem dan direct (telefonisch) contact op met uw trombosedienst. Vertel het ook als u problemen heeft met of vragen heeft over de behandeling. Zo nodig voert de trombosedienst een extra controle uit of adviseert u een extra controle met uw zelfmeetapparaat. In bepaalde situaties is het nodig om direct contact op te nemen met zowel uw huisarts en als dat mogelijk is uw trombosedienst.