Trombosedienst
Aanmelden bij de trombosedienst
Zodra u acenocoumarol of fenprocoumon krijgt voorgeschreven, meldt uw arts u aan bij de trombosedienst. Uw arts geeft aan de trombosedienst door welke medicatie u gebruikt, de reden waarom u een antistollingsbehandeling krijgt voorgeschreven en hoe lang u moet worden behandeld. Ook geeft uw arts door hoeveel tabletten u de eerste dagen moet innemen. Vervolgens ontvangt u van de trombosedienst een oproep om naar de polikliniek of prikpost te komen voor een eerste bloedafname en intakegesprek. Dit gebeurt automatisch. Uw eerste afspraak is dus bij een trombosedienst, tenzij het om medische redenen noodzakelijk is dat uw trombosedienst u thuis bezoekt. Na deze eerste afspraak kunt u met uw trombosedienst bespreken of het mogelijk is om zelf te gaan meten en eventueel ook te doseren.
INR
Bij uw eerste bezoek aan de trombosedienst zal direct de term INR vallen. INR is een afkorting van het Engelse begrip International Normalized Ratio. Een INR-waarde geeft weer hoe snel uw bloed stolt. Het is belangrijk om geregeld uw INR-waarde te meten. Zo kan men het effect controleren van uw behandeling. Werken de middelen te zwak of juist te sterk, dan kan men dit bijsturen door u meer of minder tabletten voor te schrijven. Om uw INR-waarde te kunnen meten is het nodig om een beetje bloed bij u af te nemen. Normaal gesproken ligt uw INR-waarde rond de 1. Wanneer u vitamine K-remmers gaat slikken, zal uw INR-waarde hoger worden. Dit betekent dat uw bloed langzamer zal gaan stollen waardoor uw tromboserisico afneemt. Dit is de bedoeling van uw behandeling. Nu moet uw INR-waarde ook weer niet té hoog worden want dan heeft u meer kans op bloedingen. Uw INR-waarde moet zich het liefst in een bepaalde marge bevinden waarbinnen uw kans op trombose én kans op bloedingen zo klein mogelijk is. Dit noemen we het INR-streefgebied. Uw behandelend arts stelt dit streefgebied vast. Het INR-streefgebied is afhankelijk van de reden waarom u antistollingsmedicijnen gebruikt.
Uw INR-waarde kan schommelen. Voor die schommelingen kunnen tal van oorzaken zijn. Omdat zoveel factoren van invloed zijn op uw INR, is regelmatige controle van deze waarde nodig. Hoe vaak u uw INR moet (laten) controleren verschilt van persoon tot persoon. Meestal is het aan het begin van uw behandeling nodig om uw INR vaker te (laten) controleren dan daarna. Meer of minder controles van uw INR zegt niets over hoe gezond u bent. Het zegt wel iets over het effect van uw antistollingsbehandeling.