Alarmsignalen bij bloedingen
Uw behandeling en bloedingen
Antistollingsmedicijnen zorgen ervoor dat uw bloed minder snel stolt. Hierdoor heeft u minder kans op allerlei vormen van trombose. Tegelijk zorgt die tragere bloedstolling ervoor dat u makkelijker bloedt. Dit geldt met name als het antistollingseffect van de medicijnen té groot is. Het is daarom belangrijk dat u de medicijnen precies volgens voorschrift gebruikt. En dat u – als u vitamine K-remmers gebruikt – de adviezen van uw trombosedienst nauwkeurig opvolgt. Zo voorkomt u dat eventuele bloedingen ernstige schade geven.
Gebruikt u antistollingsmiddelen?
Dan bloedt u sneller, langer en heviger dan iemand die deze middelen niet gebruikt. Dit hoort bij uw behandeling. Maar er zijn wel situaties waarbij u direct aan de bel moet trekken. Neem bijvoorbeeld direct contact op met uw huisarts (én indien van toepassing uw trombosedienst) als:
- uw urine roodgekleurd is
- uw ontlasting gitzwart ziet
- u uitvalsverschijnselen heeft (als u bijvoorbeeld uw arm of been niet goed meer kunt bewegen)
- u plots ontstane, hevige pijn heeft (bijvoorbeeld in uw buik)
- u een blauwe plek heeft die groter is dan ongeveer een bierviltje
- u plotseling meer dan vijf blauwe plekken heeft
- u een langdurige bloedneus heeft (langer dan ongeveer een half uur)
- u bloed ophoest of bloed overgeeft
- u merkt dat u elders een bloeding heeft