Voeding
Wist u dat voeding de werking van uw antistollingsmedicijnen kan beïnvloeden?
Dit komt doordat in al onze voeding vitamine K zit. Vitamine K is een heel nuttige vitamine, maar het zorgt er tegelijk voor dat de werking van uw antistollingstabletten verminderd kan zijn. Uw antistollingsmedicijnen remmen namelijk de werking van vitamine K in uw lichaam (de INR gaat omhoog), terwijl vitamine K in voeding ervoor kan zorgen dat dit effect weer een beetje wordt tegengegaan (de INR gaat omlaag). Mag u dan helemaal geen vitamine K meer hebben? Nee, dat is zeker niet zo; het is zelfs onverstandig om maar heel weinig vitamine K te eten. Uw INR kan dan juist flink gaan schommelen. Eet daarom gezond en met name gevarieerd.
Hoe zou u dan wel moeten omgaan met uw voeding?
In principe geldt de regel: als u normaal en gevarieerd eet, heeft voeding meestal niet veel invloed op de werking van uw antistollingsbehandeling. U hoeft dus zeker geen strak dieet te volgen. Wel is het verstandig om iets meer te weten over vitamine K in uw voeding, zodat u begrijpt wat voeding kan doen voor uw INR.
In bepaalde voeding zit vrij veel vitamine K. Bijvoorbeeld in ‘groene’ groenten (zoals spinazie, andijvie of sla) en in ‘koolachtige’ groenten (zoals boerenkool, spruitjes en broccoli). U kunt dit soort producten gerust blijven eten, maar het is raadzaam daarbij wel wat te variëren. Bijvoorbeeld: eet u de ene dag een vitamine K-rijke groente als boerenkool, neem dan de volgende dag een groente waarin wat minder vitamine K zit zoals tomaten. Zo beperkt u het effect van de wisselende hoeveelheid vitamine K die u via voeding binnenkrijgt op uw INR en dus op uw antistollingsbehandeling.
Ook tijdens uw vakantie is het belangrijk om gevarieerd te blijven eten. Probeer daarbij ook niet te veel af te wijken van uw normale eetpatroon. Soms is dat niet altijd mogelijk, omdat niet alle ‘keukens’ dezelfde hoeveelheid vitamine K in de voeding hebben. Zo is de Oosterse keuken redelijk arm aan vitamine K. Dit zou dus effect kunnen hebben op de stabiliteit van uw antistollingsbehandeling. Overleg daarover van tevoren met uw trombosedienst.
Volgt u een afslankdieet (lijnen)?
Dit kan uw INR-waarde direct beïnvloeden. Bespreek het volgen van een dieet daarom altijd eerst met uw specialist of huisarts en uw trombosedienst.
Gebruikt u drinkvoeding of sondevoeding?
Vertel het aan uw trombosedienst als u hiermee start. In deze voeding zit vitamine K. Het kan zijn dat daardoor uw INR daalt en de dosering van uw antistollingsmedicijn moet worden aangepast. Het is niet de bedoeling dat u om deze reden de drinkvoeding of sondevoeding niet gebruikt; uw arts of diëtist heeft het u voorgeschreven omdat het voor uw gezondheid van belang is. Er is ook een landelijke afspraak gemaakt met apothekers en diëtisten om de trombosedienst te informeren als u drinkvoeding of sondevoeding krijgt voorgeschreven.