Voor- en nadelen

De resultaten van wetenschappelijk onderzoek en de eerste behandelingen in Nederland en daarbuiten zijn veelbelovend.

Er wordt met DOACs een goede antistolling bereikt en het aantal bloedingen blijft beperkt. Dit maakt (ook vanwege het gebruiksgemak voor patiënten) dat veel enthousiasme ontstaat voor het gebruik van de DOACs als alternatief voor de VKAs (acenocoumarol en fenprocoumon).

Vanwege de aanvankelijke afwezigheid van een antidotum, de onbekendheid van de lange termijn effecten en omdat er niet in elk ziekenhuis specifieke laboratoriumtests zijn om DOACs te detecteren, bestaat ook terughoudendheid.

Dit leidt tot verschillen binnen en tussen maatschappen en specialismen qua voorschrijfgedrag. In sommige regio’s worden nog nauwelijks patiënten behandeld met DOACs, terwijl dat in andere regio’s veel meer het geval is.

Binnen de medische wereld, maar ook daarbuiten wordt volop gediscussieerd over de voor- en nadelen van de nieuwe antistollingsmiddelen. De voor- en nadelen van DOACs ten opzichte van de VKAs staan hieronder vermeld:

Voordelen DOACs

  • Verminderde kans op intracraniële en fatale bloedingen (t.o.v. de VKAs)
  • Gebruiksgemak (vaste dosis, geen frequente controles nodig door de trombosedienst)

Nadelen DOACs

  • Mogelijk hogere kans op gastro-intestinale bloedingen;
  • Geen controle op gebruik (therapietrouw, bij VKAs gecontroleerd door de trombosedienst);
  • Alleen voor dabigatran is antidotum beschikbaar, niet voor de andere DOACs;
  • Diagnostische tests nog niet overal verkrijgbaar;
  • Lange termijn effecten en interacties met andere medicatie mogelijk nog niet volledig bekend.